Zo smetteloos als het imago van een appelgaard en een appel is, zo discutabel is het imago van een veestal en een karbonade. Te veel vlees eten, verhoogt gezondheidsrisico’s. Onze vleesconsumptie zorgt voor de klimaatverandering. En vee dat door een stalbrand doodgaat … vreselijk! Maar ondanks het discutabele karakter van vlees, eten we het graag. Slechts zes procent van de mensen eet vegetarisch. In dit dossier lees je daarom meer over vlees: waarom is het gezond maar ook ongezond en hoe werkt vleesminderen?
Algemeen | Doel | Stappenplan | Artikelen in dit dossier| Recepten
Algemeen
We hebben een gekke relatie met de salami op ons brood en het gehakt in onze spaghetti bolognese. We eten het graag, maar als we te veel weten over die producten (het fokken van de dieren, het slachten en het vervoeren), dan lusten we het niet meer. Of we verzinnen trucs. Zo wordt in sommige culturen aan een dier ritueel excuses aangeboden voordat hij wordt geslacht. Of je ziet bij slagers reclameborden met lachende varkens.
Het is nog gekker als je bedenkt dat mensen van origine vleeseters zijn. Ons lichaam heeft verkorte darmen die kenmerkend zijn voor vleeseters. Maar als we een beest zien in nood, doen we er alles aan om hem te redden. Niet echt handig als je hem daarna wilt opeten.
Ondanks onze gekke relatie met vlees staan een paar feiten als een paal boven water: vlees wordt door meer dan negen op de tien mensen regelmatig, vaak zelfs elke dag, gegeten. Ook weten we allemaal dat er een grens zit aan de hoeveelheid vlees die gezond is. Ook zit er een grens aan de hoeveelheid vlees die goed is voor onze planeet.
Iedere vleeseter zou daarom zijn vleesrelatie diep in de ogen moeten kijken. Waar liggen mijn grenzen als ik vlees eet?
Vlees is zowel gezond als ongezond
Kip, biefstuk en varkenshaas zijn gezond omdat er eiwitten, vitamines en mineralen inzitten. Vlees bevat stoffen die nodig zijn voor onze celdeling, opbouw van botten, het functioneren van spieren en hersenfuncties.
Zo is vlees een belangrijke bron van vitamine B1, B6, B12 en D en de mineralen ijzer en zink. Vooral vitamine B12 is noemenswaardig omdat deze vitamine, die nodig is bij de opbouw en instandhouding van zenuwcellen, alleen voorkomt in dierlijke producten. Dat is natuurlijk vlees, maar ook kaas en zuivel. Ook is vlees een goede bron van ijzer in een vorm die makkelijk door het lichaam wordt opgenomen. IJzer zorgt voor de transport van zuurstof van de longen naar lichaamscellen. Een tekort leidt tot bloedarmoede.
Toch wordt de gezondheid van vlees met recht betwist. Als je te veel rode en bewerkte vleessoorten eet, zorgt dat voor een hoger risico op hart- en vaataandoeningen en diabetes type 2. Vet en bewerkt vlees, zoals spekjes, worst en vleeswaren, wordt door de Gezondheidsraad afgeraden omdat ze te vet en te zout zijn en ongezonde conserveringsmiddelen bevatten. Iedere dag worst of vleeswaren eten, verhoogt daarom de kans op kanker.
Of de vleesvoordelen opwegen tegen de nadelen, is daarom een terechte vraag. Zeker omdat er plantaardige alternatieven zijn. Vegetarisch eten is juist zeer gezond. In een gevarieerde vegetarische menu zitten alle voedingstoffen die je nodig hebt, ook ijzer en eiwit.
Vlees is ook ongezond voor een vegetariër
Er kleven helaas nog meer gezondheidsrisico’s aan vlees, zelfs als je géén vlees eet. Om in onze vleesbehoefte te voorzien, moeten er veel beesten worden gehouden. De intensieve veeteelt maakt de leefomgeving ongezonder. Wie dicht in de buurt van een veehouderij woont, heeft bijvoorbeeld meer kans op luchtwegklachten. In dichtbevolkte landen zoals Nederland is ook meer kans op zoönosen: ziekten door ziekteverwekkers die overspringen van dier naar mens. Salmonella, Q-koorts, de gekkekoeienziekte en de MRSA-bacteriën uit varkensstallen. Elk dier uit de intensieve veeteelt kent wel een plaag die een bedreiging kan zijn voor onze gezondheid.
Vleesindustrie zorgt voor milieuschade
Tot slot ligt vlees onder vuur vanwege de grote CO2-voetafdruk. Vlees heeft per kilogram een grotere CO2 voetprint dan plantaardige producten zoals bonen en granen. Dat wil niet zeggen dat een veganistisch of vegetarisch voedingspatroon altijd beter is. Een ananas of avocado die met een containerschip uit Zuid-Amerika is gekomen, heeft ook een lelijke CO2-footprint. Of wel vlees minderen, maar meer vliegen, is ook niet lekker duurzaam. Vleesminderen is dus altijd goed voor de planeet – maar het hoort bij de optelsom van je totale duurzame gedrag.
Doel van minder vlees eten
Lekker en gezond vlees eten, moet vooral draaien om minder vlees eten. Wie mindert met vlees en vleeswaren, vermindert namelijk per direct zijn persoonlijke gezondheidsrisico’s, om te beginnen met overgewicht en de zoutinname. Uiteraard zorgt het ook direct voor minder dierenleed (het dier dat je niet eet, hoeft ook niet gedood te worden) en minder milieuschade.
Als je je consumptiepatroon vooral wilt verduurzamen, kijk dan kritisch naar de hoeveelheid vlees die je eet. Minder vlees eten is een belangrijke schakel in een minder grote CO2-footprint. Staar je niet blind op vlees alleen, want niet elke vleesvervangers is ‘groen’. Ook de herkomst van je fruit en groente en hoe zuinig je kookt is belangrijk: hoe minder voedsel er verdwijnt in de afvalemmer, hoe duurzamer.
Stappenplan: bewust minder vlees eten
Wil je toch vlees blijven eten, maar niet voorbijgaan aan alle nadelen van vlees voor je gezondheid, het dierenwelzijn en de planeet? Kies dan voor dit stappenplan:
1. Verminder de hoeveelheid vlees die je eet. Probeer maximaal 500 gram vlees per week te eten. Dat is ongeveer drie tot vier keer vlees per week. En daar zit je sneller aan dan je denkt! Zo weegt een gemiddelde biefstuk of gehaktbal 150 gram. De andere dagen van de week eet je noten, ei, vleesvervangers, bonen of soja.
2. Eet minstens een keer per week wit vlees. Van alle dagen dat je vlees eet, kies dan minstens een keer een kip- of kalkoenproduct. Kip en ander gevogelte, zoals kalkoen, is namelijk wit vlees en dat is gezonder dan rood vlees. Rood vlees komt van runderen, varkens, geiten en schapen. Ook al is het vlees na bereiding in de pan niet meer rood van kleur zoals een biefstuk, het is en blijft rood vlees.
3. Kies zoveel mogelijk voor mager vlees en bak in olie. Bereid je mager vlees in plantaardige olie, dan blijft de hoeveelheid verzadigd vet binnen de gezonde grenzen.
4. Eet zo min mogelijk vleeswaren, bewerkt vlees, paté en worst. In bewerkt vlees (zoals worst) en vleeswaren zitten veel conserveringsmiddelen en zout. Ze zijn niet gezond omdat ze in verband worden gebracht met de toename van risico’s op beroertes, diabetes type 2 en kanker. Eet dit altijd met mate.
5. Kies diervriendelijker vlees. Ben je ook kritisch op het houden en doden van dieren? Er zijn veel mogelijkheden voor diervriendelijker vlees, bijvoorbeeld vlees dat afkomstig is van een scharrelboer uit de buurt. In de supermarkt kun je letten op de keurmerken. Bekende keurmerken met extra eisen op het gebied van milieu en dierenwelzijn zijn het EKO-keurmerk, Demeter of Beter Leven.
6. Ontdek vegetarisch. Eiwit, ijzer en vitamines: de gezonde ingrediënten uit vlees zitten nagenoeg allemaal in plantaardige voedingsbronnen zoals soja, ei, peulvruchten of noten. Lekker, duurzaam en gezond. Als je je vlees vervangt door deze producten, loop je niet snel een tekort op aan voedingsstoffen. Wees alleen alert op vitamine B12. Een volledig veganistisch dieet (dus geen vlees, maar ook geen zuivel, kaas en ei) zorgt namelijk wél voor een vitamine B12-tekort wat niet zonder risico is.