Ineens was de avocado overal. Op toast, in salades, in smoothies en zelfs als ijs. Maar waar deze vruchtgroente al járen de show in steelt, is in guacamole. De populaire dipsaus die bij zo’n beetje elk Mexicaans gerecht wordt geserveerd. Wij kraakten het geheim van deze klassieker en geven je het recept voor de lekkerste guacamole ooit.

Zoek je op internet naar een recept voor guacamole (spreek uit: gwa-kamole) dan kom je 1001 variaties tegen. Eén ding hebben al deze recepten gemeen; er zit altijd avocado in. Voor iedereen die al jaren op zoek is naar het lekkerste recept, maakten wij onderstaand stappenplan. Volg deze stappen en zet een guacamole op tafel waar je geen genoeg van krijgt (beloofd!):

Stap 1: Vind de perfecte avocado

Een lekkere guacamole staat of valt met de avocado’s die je gebruikt. Koop daarom niet de eerste de beste bij de groenteboer of supermarkt, maar maak er een kleine studie van. Ga je op avocado-speurtocht, let dan op de volgende drie punten:

1. De kleur

Je hoeft geen avocado-expert te zijn om te zien dat een gifgroen exemplaar nog niet rijp is. Een avocado kleurt van groen naar bruin en naar donkerbruin. Hoe snel het rijpingsproces gaat, hangt af van de soort, het vervoer, de oogstwijze, het land van oorsprong en de opslag. Alleen naar de kleur van de avocado kijken, is geen waterdichte methode om een perfecte te vinden. Gebruik daarom ook onderstaande tips.

2. De zachtheid

Ga niet in het wilde weg in een avocado prikken, maar leg hem in je hand en knijp voorzichtig om te checken hoe zacht hij is. Gebruik hiervoor niet je vingertoppen, anders krijgt hij blauwe plekken. Geeft de avocado absoluut niet mee? Dan heeft de vrucht nog een paar dagen de tijd nodig om te rijpen. Is het wel érg makkelijk om het vlees in te duwen? Dan is de kans groot dat hij overrijp is. De perfecte avocado voor je guacamole zit hier qua zachtheid tussenin.

3. De ‘navel’

De makkelijkste manier om de perfecte avocado te spotten, is door te kijken naar de ‘navel’. Het pitje waar het om gaat zit aan de bovenkant van de avocado. Haal het pitje voorzichtig weg en kijk welke kleur het kuiltje heeft. Is het bruin van kleur? Dan kun je de avocado beter laten liggen. Is het pitje helder van kleur, zoals de binnenkant van een avocado? Dan heb je bingo!

Tip 1: Toch een te harde avocado gekocht? Zet je tanden niet in deze baksteen, maar laat hem een nachtje rusten in een open zak met een rijpe banaan of appel.

Tip 2: Als je de avocado’s niet meteen gaat gebruiken, bewaar ze dan op een koele plek buiten de koelkast. Een temperatuur van rond de 12 graden is perfect.

Tip 3: Wanneer je rijpe avocado’s iets te ruim hebt ingekocht, kun je ze makkelijk invriezen. Ontpit en ontvel ze, giet er een eetlepel citroensap over en mix het met een staafmixer tot een gladde massa. Deze puree kun je verdelen over een ijsblokjesvorm of in zakjes doen. In de vriezer blijft het zo’n 12 maanden goed.

Stap 2: Volg het recept

Wat hét recept voor guacamole is, daar zijn de meningen over verdeeld. Zo bestaat volgens de één het bijgerecht alleen uit avocado, ui, chili en koriander en hoort er volgens de ander er écht tomaat, knoflook en limoensap in thuis. Er gaat een verhaal de rondte dat het recept van Pico de Gallo, een beroemde Mexicaanse salsa van tomaat, ui, chili, koriander, limoensap, zout en knoflook, is gecombineerd met het originele recept voor guacemole. Een versie die in Nederland vaak wordt gegeten, maar waar veel Mexicanen van gruwelen. Voor het originele recept heb je het volgende nodig (4 personen):

  • 5 rijpe avocado’s
  • 1 fijngesneden witte ui
  • 2 zeer fijngesneden chilipepers
  • 75 gram fijngesneden koriander

Halveer de avocado’s, verwijder de pit, en prak het vruchtvlees grof in een schaal. Voeg ui, chili en koriander toe en meng het goed.

Tip: De textuur van guacamole is heel belangrijk. Een staafmixer of blender gebruiken voor een gladde massa, is dan ook uit den boze. Voor de juiste consistentie kun je het beste een vork gebruiken.

Stap 3: Maak je eigen tortillachips

Guacamole kun je het beste eten met tortillachips. Je kunt ze prima in de supermarkt kopen, maar veel lekkerder is het om deze chips zelf te maken. Meer dan mais tortilla’s, olijfolie, paprikapoeder, zout en een oven heb je niet nodig. Je maakt de chips als volgt:

  • Verwarm de oven voor op 200 graden
  • Snijd de tortilla’s met een scherp mes in 8 stukken
  • Doe de stukjes in een grote kom en hussel ze met een eetlepel olijfolie, zout en eventueel een snuf paprikapoeder door elkaar
  • Verdeel de chips over een bakplaat, let op dat ze niet te veel op elkaar liggen en bak ze voor een minuut of 10 tot ze goudbruin zijn

Stap 4: Geef je guacamole een twist

Als je de ‘Hollandse’ guacamole gewend bent, vind je bovenstaand recept misschien saai. Niet getreurd, er zijn heel veel variaties mogelijk. Je kunt bijvoorbeeld het volgende toevoegen:

  • Kaas: feta, geitenkaas, blauwe kaas, Parmezaanse kaas, cheddar
  • Fruit: mango, ananas, appel, druiven, granaatappelpitjes
  • Noten: geroosterde amandelen, pompoenpitten, cashewnoten
  • Griekse yoghurt of sour cream: om de guacamole iets romiger te maken
  • Vlees: stukjes bacon, chorizo, serranoham
  • Chipotle pepers in adobe pepers: deze Mexicaanse pepers hebben een lekkere rokerige smaak
  • Groente: tomaat, mais, boerenkool, zwarte bonen, tuinbonen

Tip: Guacamole bewaren? De vijand van deze dip is lucht. Hierdoor droogt hij uit en krijgt hij die onaantrekkelijke bruine kleur. Stop de guacamole in een afgesloten bakje en smeer het uit over de bodem. Voeg een klein laagje water toe aan de bovenkant. Je kunt het zo 3 dagen bewaren in de koelkast.

Ben je benieuwd hoe je de perfecte falafel maakt? We leggen het je hier uit.

Lees meer over dit onderwerp